1185 18 SEPTEMBER 1978 ik recentelijk heb geconstateerd. Graag zal ik hierover een verklaring van het college ontvangen, omdat de ratio van dit voorstel ons op dit ogenblik ontgaat. Wethouder VAN DUN: De constatering van de heer De Brouwer doet niets af aan de juiste tekstuele formulering in dit voorstel. De heer DE BROUWER: Ik ben met name over het woordje "thans" gevallen. Wethouder VAN DUN: De heer De Brouwer heeft zelf al een koppeling gelegd met de datum die boven het preadvies staat, namelijk 14 juli 1978. Gelet daarop is wat in het voorstel staat juist. De heer DE BROUWER: U verzoekt ons nü een kre diet te voteren en ik neem daarom aan dat de tekst van het voorstel ook voor vandaag geldt. Wethouder VAN DUN: De heer De Brouwer vroeg om een verklaring en die moet worden gezocht in de datum van 14 juli 1978. Ik neem onmiddellijk aan dat de verlichting al is aangebracht, waarvoor het college dan ongetwijfeld een machtiging zal hebben verstrekt. De heer DE BROUWER: Dat laatste kan ik niet helemaal volgen. Het gaat er mij om dat de raad niet voor voldongen feiten dient te worden geplaatst. Uw college vraagt van ons een krediet voor het aan brengen van verlichting, maar die verlichting is al geplaatst. Kennelijk had u voor de uitvoering al kredieten ter beschikking en om die reden vra gen wij ons af waarom u alsnog een krediet van ons vraagt. De VOORZITTER: Ik stel voor dat we dit inter ruptiedebat hiermee afsluiten. Misschien heeft de heer Van Dun nog behoefte aan een verdere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1185