10
12 JANUARI 1978
HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. (B)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming wordt overeenkomstig dit voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
3. bijlage nr. 3.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE
VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. (D)
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Voorgesteld
wordt twee panden te verkopen, maar aangezien on
ze fracties niet overtuigd zijn van de noodzaak
tot verkoop van deze gemeentepanden, willen wij
geacht worden te hebben tegengestemd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, onder aantekening dat
mevrouw Muntjewerff-van den Hul, mevrouw
Stutterheim-Edeling en de heren Crul, Dreef,
Hendriksen, Oomen, Paquaij en Welschen geacht
willen worden te hebben tegengestemd.
4. ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEF, INGEZONDEN
DOOR P.J.W. VAN VEGGEL, OP 21 DECEMBER 1977
BENOEMD TOT LID VAN DE GEMEENTERAAD VAN BREDA.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat de heer
Van den Wijngaard, de voorzitter van de commissie
tot onderzoek van geloofsbrieven, die vanavond
verhinderd is, stukken heeft ondertekend. Ik meen
te weten dat de honneurs zullen worden waargenomen
door de heer Taks.
De heer TAKS: Op dit ogenblik hebben slechts
twee leden van de commissie het onderzoek kunnen
verrichten, want ook de heer Martens is op het
ogenblik niet aanwezig.
De VOORZITTER: Twee van de drie leden lijkt
mi j vo1doende
De heer TAKS: Dan kan ik u het volgende meel
de len