110 12 JANUARI 1978 het geding doordat de tegenvallers groter zijn? Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heer Koerts- huis krijgt vier totalen. Aan inkomsten is 48.100,meer te ramen, terwijl de mindere in komsten 56.500,bedragen. Dit scheelt 8.400,Aan uitgaven is 78.700,meer te ramen, terwijl de mindere uitgaven 87.100, bedragen. Dit scheelt ook 8.400,Dit bete kent dat de mindere uitgaven tot een bedrag van 8.400,wegvallen tegen de mindere inkomsten. Het saldo is nihil. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 19. bijlage nr. 19. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM AKKOORD TE GAAN MET EEN VIERTAL ONTTREKKIN GEN UIT HET BUDGET-EGALISATIEFONDS VAN DE DIENST VOOR JEUGD EN SPORT. (G) De heer KOERTSHUISIn dit voorstel staat bij één van de vier onderdelen een post voor huur van het gemeentelijk sportcentrum ten behoeve van het voortgezet onderwijs. Nu meen ik dat het de bedoeling is het budgetegalisatiefonds voor een malige uitgaven te bestemmen. De huur van het sportcentrum valt mijns inziens niet onder eenma lige uitgaven. Ik neem aan dat in dezen terecht is gehandeld, maar hoe denkt het college het vol gend jaar te werk te gaan? Wethouder VAN GRAAFEILAND: De opmerking van de heer Koertshuis is juist, zowel ten aanzien van het ontbreken van geld aan het budgetegalisa tiefonds als ten aanzien van de het volgend jaar te volgen gedragslijn. De bedoeling van dit voor stel is alleen maar dekking voor de uitgaven van het jaar 1977 te vinden. Voor 1978 en volgende jaren zullen we deze uitgaven nog in de begroting moeten inpassen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 110