18 SEPTEMBER 1978 1206 begrijpelijk omdat daarmee een bestaande situatie wordt voortgezet. Uit de advisering blijkt dat de Kamer van Koophandel en de contactcommissie-midden stand het met elkaar eens waren over het voor ons liggend voorstel. De dienstenbond van het N.K.V. heeft wel positief geadviseerd, maar zich toch uit gesproken voor een koopavond voor de hele stad. Eén van de motiveringen daarvoor was dat dan het perso neel in de detailhandel de mogelijkheid zou hebben op vrijdagavond deel te nemen aan culturele en fa miliebijeenkomsten. De dienstenbond constateert te recht dat de vrijdagavond steeds meer de uitgaans avond wordt. In de commissievergadering heb ik positief geadviseerd, maar na een uitvoerige discussie in de fractie over dit punt ben ik tot andere gedach ten gekomen. Uit een brief van de K.W.J. blijkt dat die grote bezwaren heeft tegen de invoering van een koopavond en ik heb begrip voor de argumentatie die men daarbij naar voren bracht, met name met be trekking tot de werksituatie van het winkelperso neel. De wet biedt geen garanties voor de bescher ming van het personeel. De K.W.J. heeft in zijn brief gesteld dat de meeste personeelsleden hun compensatie in vrije tijd wel kunnen vergeten. Te vens wordt vastgesteld dat met de 40-urige werk week de hand wordt gelicht. Op grond hiervan moet je constateren dat het in deze branche goed mis is. De nieuwe wet is niet bedoeld om de arbeidsomstan digheden van het personeel te regelen of tot vei ligheidsmaatregelen te verplichten, wat jammer is. De argumenten welke de K.W.J. aanvoert en die mijns inziens terecht zijn zullen echter op een heel an der niveau moeten worden behandeld. Op dat niveau zullen maatregelen moeten worden genomen. Leden van vakorganisaties zullen de problemen moeten voorleg gen aan hun eigen organisaties, dit alles in het kader van het arbeidsvoorwaardenbeleid. In dat ka der zullen de genoemde arbeidsomstandigheden van het winkelpersoneel zo goed mogelijk moeten worden geregeld en bewaakt. Wij zullen ten aanzien hiervan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1206