1213
18 SEPTEMBER 1978
functioneren van dit gezelschap in de stad Breda
aan de orde stellen; het gaat hierbij namelijk om
de mensen in Breda. Het subsidiebedrag is inderdaad
toevallig gelijk aan het huisvestingskostenbedrag;
terecht heeft de heer De Brouwer geconstateerd dat
dit bedrag niet zozeer uit de lucht is komen val
len. Toch geloof ik dat wij de subsidie heel, na
drukkelijk moeten blijven enten op de activiteiten
welke een dergelijke instelling in Breda onder
neemt. Als wij rechtstreeks subsidie gaan verlenen
voor de huisvestingskosten zal er sprake zijn van
een heel andere subsidiemethodiek en van een heel
andere subsidiebasis. Wij praten dan over de in
standhouding van instellingen als deze, ongeacht
de vraag of zij in de gemeente Breda al of niet
actief bezig zijn. Ik meen dat ook de heer Hendrik-
sen heeft bedoeld aan te geven dat wij de relatie
tussen een dergelijke instelling en het belang er
van voor de gemeente Breda steeds in het oog moe
ten houden. Er wordt een bedrag van 12.000,
beschikbaar gesteld en als je dit relateert aan
zo'n duizend bezoekers kom je tot een bedrag van
circa 12,per stoel, terwijl je inderdaad ook
het bedrag kunt delen op het aantal voorstellingen,
maar ik geloof niet dat dat erg relevant is. Wij
hebben met elkaar nogal aan zitten hikken tegen het
bedrag van 12.000,voor de alternatieve huis
vesting, maar wij hebben met elkaar een modus ge
vonden door een X-aantal voorstellingen te fixeren
en daar subsidie tegenover te zetten. Op deze wij
ze zijn wij aan het bedrag van 12.000,geko
men, waarvan de nadere uitwerking ook in het pre
advies is aangegeven. Wij willen voorlopig de sub
sidie op dit bedrag fixeren wat wil zeggen dat,
wanneer er meer voorstellingen in de gemeente Bre
da worden gegeven, dit niet automatisch zal leiden
tot een hogere subsidie, terwijl ook een geringer
aantal voorstellingen niet tot een verlaging van
de subsidie zal leiden. Hierdoor is de huisvesting
van de Kritiese Filmers gewaarborgd, zodat er geen
enkele afbreuk behoeft te worden gedaan aan hun