1215 18 SEPTEMBER 1978 stemming wordt overeenkomstig het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 54. Bijlage nr. 295: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE "PARKEERGELDVERORDENING 1979". (B) De heer DE BROUWER: Ik zal graag van het col lege horen welke de consequenties van deze veror dening zijn voor de inwoners van de binnenstad die ook graag hun auto in de buurt van hun huis willen parkeren. Wethouder BROEDERS: Deze verordening heeft voor de bewoners nog geen consequenties als die waarop de heer De Brouwer doelde. In het kader van de parkeernota waarover door de verschillende com missies is gediscussieerd is het mogelijk dat in een later stadium door de raad op basis van deze verordening een besluit wordt genomen dat wél con sequenties voor de bewoners zal hebben. De heer GARRITSENIs het niet mogelijk arti kel 1 te veranderen? Met name de E.N.W.B. in Breda heeft hiermee nogal wat moeite vanwege het feit dat in dat artikel alleen sprake is van motorvoer tuigen. Men zal graag zien dat het ook mogelijk zal zijn bijvoorbeeld bakfietsen bij een parkeer- meter neer te zetten. De heer VEELENTURFDat zal geen probleem zijn, als er ook maar een motor op zit'. De heer GARRITSEN Ik doel duidelijk op met de benen gedreven voertuigen. De VOORZITTER: Dit schijnt een heel goede vraag te zijn, maar op dit ogenblik kan men er geen antwoord op geven, wat trouwens bij goede vra gen wel eens vaker gebeurt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1215