18 SEPTEMBER 1978 1220 Gelukkig is stadsverwarming iets geheel anders dan wijkverwarming. Dit is gelukkig omdat wijkverwar- ming in de Bredase situatie nogal knelpunten en vraagtekens oproept, waarbij ik onder andere denk aan de kwestie met de Laurentius Bouwvereniging. Overigens moet wel worden gezegd dat in de jaren '60 de wijkverwarming, waarop een groot aantal wo ningwetwoningen kon worden aangesloten, een groot sociaal goed was. Jammer genoeg is achteraf geble ken dat het systeem en de wijze waarop het is aan gelegd niet optimaal waren. Vanwege zijn bekendheid met deze wetenschap en de opgedane ervaringen is het vertrekpunt van de raad van Breda anders dan dat van het bestuur van Almere dat de stadsverwar ming accepteert of dat van de raad van Utrecht die al meer dan vijftig jaar tot genoegen hiermee werkt. Ook Rotterdam heeft met het Den Haag-Roka-project niet zo veel moeite. De Bredase situatie overzien de dienen wij uiterst kritisch te zijn, maar wij moeten de stadsverwarming wel een kans geven. De ICema-deskundigen schrijven namelijk dat Breda in samenwerking met de P.N.E.M. wat de warmteproduc tie betreft een uiterst goed plan heeft ontwikkeld met relatief weinig risico's. Door de N.E.O.M.-des kundigen wordt dit onderschreven en ook onze Enwa- heren benaderen dit plan zeer positief. Het is ove rigens wel opmerkelijk dat al deze deskundigen die het project benaderen uit dezelfde hoek afkomstig zi jn Als wij als raad uw preadvies volgen beginnen voor ons de moeilijkheden met betrekking tot de om vang van het project. Die moeilijkheden zijn niet alleen van financiële aard in uw voorstel hebt u daaraan al aandacht besteed en mijn collega Peeters zal daar nog nader op ingaan want voor al op het technische vlak tasten wij nogal in het duister. Aan de raad dient een volledig technisch uitgewerkt besteksklaar plan met de juiste kosten opgaven en rentabiliteitsberekeningen ter beoorde ling te worden aangeboden. Zo mogelijk wensen wij daarbij een volledige uitwerking van verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1220