1225
18 SEPTEMBER 1978
jaren gesproken en het is ons ook bekend dat er
voor vijftig jaar stadsverwarmingsmogelijkheden
zijn. Onze fractie vraagt zich af waarom met dit
project zo'n haast moet worden gemaakt. De kwestie
van het gas met betrekking tot de Haagse Beemden
zal Koos Dreef ongetwijfeld voor zijn rekening ne
men.
Wij hebben in een drietal vergaderingen van
de commissie bedrijven vele vragen aan uw college
gesteld waarop wij uitvoerig antwoord hebben gekre
gen. We zijn als het ware onder papieren bedolven.
Ik wil echter nog wel iets zeggen over het punt
van de werkgelegenheid, een belangrijk aspect van
dit voorstel. Het mag niet zo zijn dat de werkge
legenheid in verband met de eigen c.v.-unit door
de aanleg van stadsverwarming komt te vervallen.
Bij stadsverwarming zullen de individuele woningen
geen eigen c.v.-ketel meer hebben en daarom moet
de werkgelegenheid die met de aanleg daarvan was
gemoeid worden afgezet tegen de werkgelegenheid als
gevolg van de aanleg van stadsverwarming. Niette
min blijft overeind staan dat de aanleg van stads
verwarming een belangrijk werkgelegenheidsproject
vormt, waardoor met name het Enwa in Breda met een
grote uitbreiding van werkzaamheden zal worden ge
confronteerd. Ik zal graag van uw college horen
welke stappen zullen worden gedaan om bij de uit
voering van dit project in eerste instantie Breda
se bedrijven te betrekken en daarnaast bedrijven
uit de regio. Ik kan mij voorstellen dat u links
en rechts al wat contacten zult hebben gelegd.
Zowel aan de las- als aan de isolatiewerkzaam
heden moeten hoge eisen worden gesteld en zij zul
len onder garantie moeten worden uitgevoerd.
Voor Breda-noord is dit voorstel inzake de
aanleg van stadsverwarming van groot belang. Wij
moeten ons wel realiseren dat er in deze wijk door
de aanleg van leidingen in de eerste aanlegfase
nogal wat ongemak zal ontstaan. Bij ons bezoek aan
de Pegus in Utrecht konden wij constateren dat men
als het ware een halve stad overhoop haalt. Het is