18 SEPTEMBER 1978
1234
niet onbeperkt voorradig. Stadsverwarming blijkt
een methode te zijn om aanzienlijk op aardgas te
besparen en de uitvoering ervan ligt in handen van
het bestuur der gemeente. Zij ontkomt, evenals de
landelijke overheid, niet aan de noodzaak om aan
deze besparingen deel te nemen. Daarom gaf deze
raad de opdracht tot het doen maken van een studie
en dezelfde motiveringen hebben geleid tot het
voorliggend voorstel.
b. Financiële impulsen dienen uit te gaan
van de centrale overheid. Als brandstofbesparing
een nationale zaak is zal ook de nationale over
heid de financiële impulsen moeten geven voor de
aanpak daarvan. Er blijven altijd financiële risi
co's aan dit project verbonden en met name de aan
loopverliezen vormen een post die Breda in het ka
der van zijn financiële beleid niet kan dragen. De
studie die door de beleidsadviesgroep-stadsverwar-
ming is verricht geeft aan het interim-rapport
spreekt daarover dat aanloopverliezen in feite
de prijs vormen die men maatschappelijk voor de
brandstofbesparing moet betalen. Ervan uitgaande
dat deze besparing een nationale zaak is kan wor
den geconcludeerd dat deze aanloopverliezen kunnen
worden afgewenteld op de centrale overheid. Deze
heeft via Economische Zaken en de N.E.O.M. kanalen
aangegeven waarlangs die financiële steun zou kun
nen lopen. De commissie bedrijven heeft hiernaar
gevraagd en uw college heeft onder punt 3 van het
besluit doen opnemen: "tot het aanvragen van rijks-
steun bij het ministerie van Economische Zaken en
bij de N.E.O.M. b.v." Wel is als ontbindende voor
waarde aan dit voorstel toegevoegd dat de financi
ële steun voldoende zal moeten zijn. De raad zal
zelf bepalen of hij met behulp van de toe te ken
nen financiële impulsen daadwerkelijk een aanvang
zal maken met stadsverwarming.
cDe rekeningen met betrekking tot de ren
tabiliteit van dit project dienen uit te gaan van
een kleiriverbruikersprij s die hoger ligt dan de
huidige prijs. Uw college is en terecht