1239
18 SEPTEMBER 1978
de mogelijkheden om koelwater van industrieën in
stad en regio voor stadsverwarming te benutten.
Wij achten dit zowel uit een oogpunt van milieube
houd als bezien vanuit financieel-economisch oog
punt van het grootste belang. Het zou van de raad
een verstandige daad zijn zich niet te haasten met
het accepteren van het door dit college voorgestel
de project.
Bij de al genoemde bezwaren tegen het project
stadsverwarming, zoals uw college dat omhelst,
gaan wij nog voorbij aan de onvoorzienbare finan
ciële risico's voor de gemeente. Wij gaan voorbij
aan de ongemakkelijke en dure omschakeling voor
de huisvrouw van koken op aardgas naar koken op
electriciteit. Wij gaan voorbij aan de aantasting
van het landschap kleine warmteketelhuizen in
de Haagse Beemden zijn immers minder ontsierend
dan grote installaties aan de Amer en wij gaan
voorbij aan de vele vraagtekens rond de bedrijfs
zekerheid van de volgens het voorgestelde project
noodzakelijke technische voorzieningen. Wij gaan
voorbij aan de consequenties van het uitvallen van
de Amer-centrale voor de warmtevoorziening in de
Haagse Beemden; andere warmtebronnen zijn immers
niet in huis. Wij gaan voorbij aan de reële moge
lijkheid om tegen relatief geringe kosten een een
voudig leiding- en distributienet voor aardgas aan
te leggen, uitsluitend voor kookdoeleinden. Wij
gaan ook voorbij aan de vele vervelende ervaringen
rond de wijkverwarming in Breda, die in het verle
den zijn opgedaan, zodat zeker ten aanzien van
stadsverwarming de uiterste prudentie moet worden
betracht, indien het gemeentebestuur het welzijn
van zijn burgers au sérieux wenst te nemen. Wij
gaan ook voorbij aan de besparingen door een bete
re isolatie van woningen en gebouwen die op het
stadsverwarmingsproject worden aangesloten. De
kanttekeningen van Intergas over de schrale isola
tie van de nieuwbouw in de Haagse Beemden geven
ons te denken
Concluderend wil onze fractie stellen, dat