18 SEPTEMBER 1978
1248
noodzakelijk is. Dit is een gang van zaken die ons
nogal verbaast.
Van mijn kant nu enkele financiële opmerkingen,
de indiening van een motie en een amendement en de
toelichting daarop.
Wat de financiële kant van de zaak betreft is
het inmiddels wel iets duidelijker geworden dat de
financiële "mits" wel wat scherper moet worden ge
zien dan in eerste instantie in de commissies werd
aangekondigd. Onzerzijds is met betrekking tot het
financiële aspect gezegd, dat niet alleen over de
van het rijk te verwachten bijdrage zou moeten wor
den gesproken, maar dat er ook wat meer zicht zou
moeten komen op de aan het project verbonden risi
co's en de wijze waarop zij zullen worden opgevan
gen. Vanaf het begin hebben wij ingebracht dat het
voor het grootste deel, wat de achtergronden be
treft, een rijkszaak zou zijn en dat de risico's
in feite van Breda zouden moeten worden afgewenteld
en bij de P.N.E.M. en in Den Haag zouden moeten
terecht komen. Uit de opmerkingen van de heer Neeb
heb ik begrepen, dat in de V.V.D.-hoek in feite op
dezelfde manier over deze kwestie wordt gedacht,
maar in de commissies is dit op een wat andere ma
nier naar voren gekomen. Het zal duidelijk zijn dat
wij als raad van Breda van financiële risico's ge
vrijwaard willen blijven en dat daarover straks bij
het invullen van de financiële mitsen ook de nodige
duidelijkheid zal moeten komen. Natuurlijk kunnen
er risico's zijn, maar die moeten dan niet van el
ders worden aangedragen.
Wat het tegenonderzoek betreft waren wij in
eerste instantie van plan een amendement in te die
nen met het verzoek dat tegenonderzoek te doen uit
voeren. Op grond van de informatie en op grond van
het door het C.D.A. ingediende amendement zijn wij
daarvan teruggekomen. Als je het amendement van het
C.D.A. goed wilt uitvoeren en duidelijk greep wilt
hebben op de uitvoering van het besluit dan zul je
als raad wel iets in handen moeten hebben. Al meer
dere keren is in de raad gezegd, dat de beschikbare