19 SEPTEMBER 1978
1254
- ik was net wethouder - werden mij twee belang
rijke en omvangrijke zaken voorgelegd. Ze waren
helemaal doorgesproken en voorbereid door mijn
voorganger. Ik behoefde alleen maar een paraaf te
zetten en dan zou de wals in beweging komen. Het
was op een vrijdagmorgen, ik vergeet het nooit.
Een en ander zou dan de dinsdag daarop in het col
lege kunnen komen, vervolgens 's maandags in de
commissie Sociale Zaken, vrijdags in de raad,
daarna naar gedeputeerde staten kunnen gaan, kort
om: er was een hele netwerkplanning van minuut
tot minuut en op 1 september kon de zaak beginnen.
Ik wist van niets. Ik had nog nooit gehoord van
schooltandzorg of van sociale werkvoorziening -
om die twee onderwerpen ging het namelijk - en ik
kon dus kiezen: blindelings tekenen en doorgaan,
of eerst een en ander bestuderen en met een jaar
uitstellen. Dat was een zware keuze. Eigenwijs
als ik ben heb ik niet getekend. Het is nog steeds
niet zo dat ik iets ongelezen teken en louter op
gezag van anderen zegvooruit maar
Anderhalve week geleden gebeurde bijna het
zelfde. Er werd mij een belangrijk en omvangrijk
project - de stadsverwarming - in de schoot gewor
pen. Deze kwestie was in vele besprekingen en ver
gaderingen door anderen dan ik bekeken, gekriti
seerd en beoordeeld. Uiteindelijk was er in drie
commissies een positief advies over uitgebracht,
zij het met enkele "mitsen", terwijl ook gister
avond weer enkele kritische kanttekeningen en op
merkingen zijn gemaakt.
Mijn gewoonte getrouw kreeg ik de neiging,
te stellen dat ik de kwestie eerst zelf nog eens
grondig zou bestuderen en narekenen, om te bezien
of ik het tot in alle details ermee eens kon zijn.
Het verschil met tien jaar geleden echter was dat
ik het stuk niet behoefde te tekenen. Het was al
getekend door mijn voorganger. Ik behoefde het al
leen maar te verdedigen, nu ja, alleen maar...
Het was de bedoeling dat dit agendapunt de
vorige week donderdag zou worden behandeldToen