19 SEPTEMBER 1978
1256
naar ik meen ingegeven door de omvang, de ingewik
keldheid, de duur, de kosten en de kwaliteit van
de beoogde nutsvoorziening. Het is inderdaad een
ingewikkelde en zeer technische zaak, maar toch
zullen wij een besluit moeten nemen.
Met betrekking tot de kosten hebben u en ik
kunnen lezen dat, vooropgesteld dat de burger voor
zijn ruimteverwarming met behulp van stadsverwar
ming niet meer geld kwijt mag zijn dan bij indivi
duele ruimteverwarming met aardgas, het project
over de gehele periode van ongeveer vijfentwintig
jaar rendabel zal zijn en zelfs positieve finan
ciële resultaten zal opleveren. Er zijn stapels
computer-sheets waarop dat allemaal is uitgewerkt
en ik heb vooralsnog geen enkele reden om te twij
felen aan de zorgvuldigheid van die calculaties.
Natuurlijk zijn er aanloopverliezen, die later
weer inverdiend moeten worden en volgens dezelfde
prognoses ook inderdaad inverdiend zullen worden.
Natuurlijk zijn er risico's te noemen en zelfs te
schatten, hetgeen dan ook is gebeurd. Om het pro
ject financieel aantrekkelijker te maken en de ri
sico's niet op Breda te doen rusten zijn wij zo
als men weet in onderhandeling met de N.E.O.M.
over een subsidie in risicodragende leningen. Men
weet dat de N.E.O.M. en het ministerie van Econo
mische Zaken eerst een besluit van uw raad wensen
alvorens de omvang van hun hulp definitief vast te
stellen. Vandaar dat wij de raad nu om een besluit
vragen.
Ik begrijp dat de raad zwaar tilt aan risi
co's, maar zonder risico's valt niet te leven en
te werken. Waar het om gaat is dat wij de risico's
draaglijk kunnen maken. Ik meen dat dit laatste
het geval zal zijn, als tenminste de N.E.O.M. en
Economische Zaken de bedragen geven die mij voor
ogen staan. Mocht men onder die bedragen blijven,
dan zal ik niet aarzelen de raad voor te stellen,
af te zien van stadsverwarming. Dan maar geen
brandstófbesparing op deze manier.
Op verzoek van de commissie hebben wij ons