19 SEPTEMBER 1978 1258 amendement hebben wij het volgende overwogen. Wij zijn ervan overtuigd dat het KEMA-rapport eerst na een gedegen studie tot stand is gekomen en de toets der kritiek moet kunnen doorstaan. In feite heeft het rapport de toets der kritiek al doorstaan, want de N.E.O.M. heeft er zeer positief over geoordeeld. Om het project rendabel te houden moet de stadsverwarming zo snel mogelijk tot uit voering worden gebracht, opdat zo weinig mogelijk woningen afvallen. Wij kunnen pas in november met een preadvies inzake de financiële "mits" in uw raad komen. Er ligt een aanbod van het Centrum voor energiebesparing om binnen een maand een toet singsrapport op tafel te leggen. Het raadsbesluit moet zodanig zijn geformuleerd dat de onderhande lingen met Economische Zaken en de N.E.O.M. inzake subsidie en leningen kunnen voortgaan. Het college verzoekt daarom de indieners van het amendement, dit amendement in te trekken, onder de nadrukke lijke toezegging onzerzijds dat wij in november bij uw raad zullen komen met een preadvies inzake het te ontvangen evaluatie- respectievelijk toet singsrapport. Om dit rapport in handen te krijgen zal vóór 1 oktober a.s. aan een nader door burge meester en wethouders aan te wijzen adviesbureau een opdracht worden verstrekt waarin onder meer de volgende voorwaarden zullen zijn verwerkt: de rap portage zal vóór 1 november bij ons college moeten zijn ingediend; indien de rapportage op genoemde datum niet is afgerond, wordt de opdracht als ver vallen beschouwd-r de rapportage zal voldoende ge detailleerd moeten zijn om onmiddellijk na het ver schijnen bruikbaar te zijn; de studie zal ook een tijdvak van vijfentwintig jaar moeten omvatten. De overige voorwaarden, betrekking hebbend op energie besparing, rentabiliteit en overheidsgoedkeuring, zullen nader door ons college worden geformuleerd. Ook de consequenties voor het milieu zullen in het rapport moeten zijn aangegeven. Terzijde zij vermeld dat dit onderzoek wel geld zal gaan kosten. Het college is bereid daartoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1258