12 JANUARI 1978
117
uitstel erg veel problemen zou opleveren, dan zijn
wij onmiddellijk bereid het ordevoorstel niet te
steunen, vooral ook omdat we het na bespreking in
de fractie geheel met het voorstel bijlage nr. 28
eens kunnen zijn. Ik denk dat daar een verschil
ligt tussen onze fractie en de fracties van de
P.v.d.A. en de P.P.R. In dit verband wijs ik op de
reeds genoemde brief van 22 december, geschreven
door de heer Martens. Overigens moet ik te dien
aanzien nog iets rechtzetten. In de laatste alinea
van die brief staat dat hij geschreven zou zijn
namens de commissie jeugd en sport. Om misverstan
den bij het college te voorkomen stel ik vast dat
dit niet juist is: deze brief heeft in ieder geval
niet de instemming van onze fractie. Ik vind zelfs
dat de heer Martens niet correct heeft gehandeld
door deze brief aan het college te sturen zonder
ons vooraf te raadplegen. Er stond op de brief een
aantekening, inhoudende dat de heer Martens hem,
als hij niets zou vernemen, zou verzenden. Ik ben
zelf met vakantie geweest, zodat ik niet kon rea
geren, maar in ieder geval vind ik dit geen juiste
handelwijze. Hiermee hoop ik in de richting van
het college het een en ander te hebben rechtgezet.
De heer MARTENS: Ik zou willen vragen om een
schorsing van de vergadering gedurende één minuut.
De VOORZITTER: Dan schors ik de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
De heer MARTENS: Gezien de argumenten van de
wethouder trek in het ordevoorstel in.
Ingetrokken zijnde, maakt het ordevoorstel
van de heer Martens geen onderwerp van beraadsla
ging meer uit.
De VOORZITTER: Aan de orde is dan nu het
voorstel bijlage nr, 28.
De heer MARTENS: De fracties van P.v.d.A. en