19 SEPTEMBER 1978 1278 er geen mens overboord. Het is ook mogelijk dat u het prettiger vindt het voorstel aan te houden en het in november aan de orde te stellen. Dat maakt mij niets uit. Het besluit kan echter evengoed nu genomen worden, want het heeft geen enkel effect als er geen stadsverwarming komt. De VOORZITTER: Zou dat laatste niet het ver standigst zijn? Ik wil de raad vragen met het voorstel in te stemmen. Dat besluit heeft geen en kel effect als de stadsverwarming er niet komt. Wij kunnen elkaar houden aan hetgeen zojuist ge zegd is. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik keer nu terug naar voorstel nr. 49, dat ik wederom aan de orde stel. 49. bijlage nr. 290 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE KOOPAVONDVERORDENING, DE VERORDENING VRIJSTELLINGEN WERKDAGEN EN DE VERORDENING PLAATSELIJKE OMSTANDIGHEDEN OP BASIS VAN DE WINKELSLUITINGSWET 1976. (S) De VOORZITTER: Ook ten aanzien van dit voor stel was de eerste termijn van de raad afgesloten. Er liggen twee moties, één van de heer Dreef en één van de heer Garritsen. Ik verzoek de heer Sandberg, de beantwoording in eerste termijn op zich te nemen. Wethouder SANDBERG: Ik ben blij dat ik een bijdrage - zij het een uiterst bescheiden bijdrage - heb mogen leveren aan het tot een goed einde brengen van de discussie over de stadsverwarming, door het voorstel over de koopavondverordening in tweeën te knippen. Zoals men zich ongetwijfeld zal herinneren is de eerste discussie over de rappor tage ten aanzien van de stadsverwarming voor velen op een volstrekt onbevredigende wijze verlopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1278