1281
19 SEPTEMBER 1978
van het ministerie van Sociale Zaken. Een en ander
onttrekt zich volledig aan de lokale zeggenschap.
Het college kan wat dit betreft geen controle uit
oefenen. Zelfs al zou het college dat willen dan
heeft het daarvoor nog geen enkel instrumentarium.
Ik kom vervolgens bij het zo beperkt mogelijk
maken van de mogelijkheid tot het vaststellen van
extra koopavonden. Die mogelijkheid is in de wet
vastgelegd, waarbij gesproken wordt over vijf
werkdagen voorafgaand aan sinterklaas en drie
werkdagen voorafgaand aan 24 december. Voor het
overige geldt dat de thans bekende braderieën en
andere festiviteiten in onze stad expliciet in de
verordening zijn opgenomen. Uit het gehele voor
overleg is gebleken dat er waarschijnlijk geen
enkel gebruik zal worden gemaakt van de extra
avonden. Toch wilden wij ter meerdere zekerheid
de materie voorlopig vastleggen. Wij willen wel
de ruimte geven, maar daarbij met elkaar afwachten
hoe een en ander zich gaat ontwikkelen. In ieder
geval willen wij aan het besluit een rechtskracht
geven van drie jaar, opdat wij over drie jaar bij
de raad terug kunnen komen, eventueel om de ver
ordening aan te passen aan de praktijk zoals deze
is gegroeid. Kortom, het gehele preadvies is in
overeenstemming met het pleidooi van de heer Gar-
ritsen voor een zo beperkt mogelijk gebruik.
De motie geeft dus ten dele een verkeerd
beeld, gaat verder naar mijn mening ten dele uit
van onbewezen vooronderstellingen, stuurt ten de
le aan op een onjuist gebruik van de lokale zeg
genschap en is bovendien volgens mij gedeeltelijk
overbodig. Dit alles bij elkaar is een redelijke
hoeveelheid argumentatie om aanvaarding van de mo
tie door de raad ten stelligste te ontraden.
De heer Veelenturf heeft een in juridisch op
zet wat moeilijk vraagje gesteld. Wat dat betreft
was ik blij dat ik nog even de tijd had om een en
ander te checken. Hij heeft gevraagd wat er zou
gebeuren als de raad deze verordening niet zou
aannemen. Ik moet zeggen dat ik gisteravond bij