19 SEPTEMBER 1978 1282 de beantwoording van deze vraag waarschijnlijk in een juridische jungle verzeild zou zijn geraakt, want ik wist het antwoord eigenlijk ook niet di rect. Ik had vandaag de mogelijkheid een en ander na te gaan en ik kan de heer Veelenturf nu medede len dat burgemeester en wethouders daarin dan zou den voorzien, op basis van artikel 151 van de Ge meentewet. In genoemd artikel staat namelijk: "Vorderen de wetten, maatregelen, reglementen of verordeningen ene bepaalde medewerking van den raad en wordt die door dezen geweigerd, dan voor zien burgemeester en wethouders daarin." Dus als de raad "nee" zou zeggen, dan zou het college van burgemeester en wethouders het toch moeten doen. De heer Veelenturf heeft verder nog een vraag gesteld met betrekking tot de shows. Aan deze kwestie moet naar mijn mening in het kader van de voorlichting nogal wat gedaan worden. Wij zouden in het algemeen kunnen zeggen dat shows gehouden kunnen worden, maar zodra er op die shows daadwer kelijk verkocht gaat worden is dit soort activi teiten duidelijk in strijd met de vigerende koop avondverordening en met de Winkelsluitingswet. De heer Neeb heeft een aantal punten naar vo ren gebracht die bij de parlementaire behandeling duidelijk in het middelpunt van de belangstelling hebben gestaan. Het lijkt mij daarom weinig zinvol ze hier nogmaals uitgebreid ten tonele te voeren, ook al omdat die punten zich qua besluitvorming onttrekken aan deze raad. De heer Neeb heeft onder meer gesteld dat zijn fractie moeite heeft met de 52 uren per week, hetgeen ik mij wel kan voorstellen. Met name bij de heel kleine zelfstandigen leeft nogal eens de wens, daaraan wat verlenging te geven. Aan de an dere kant mag men naar mijn mening als overheid wel eens zeggen dat men sommige mensen tegen zich zelf in bescherming moet nemen. Daarnaast zijn er mensen die moeite hebben met die 52 uren omdat zij dat aantal liever teruggebracht zouden willen zien Dit hele samenstel van factoren is gewogen in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1282