19 SEPTEMBER 1978 1284 het misbruik maken van bepaalde situaties zoveel mogelijk terug te brengen tot normale proporties en het zelfs uit te bannen. Het betoog van de heer Dreef mondde uit in een motie die hij aan de raad heeft voorgelegd. Een aantal formuleringen in die motie plaatst het college voor onoverkomelijke moeilijkheden. De be doeling die achter de motie zit lijkt echter een minder grote hobbel. Ik veronderstel dat de heer Dreef en het college elkaar op dat punt wel zullen kunnen vinden. Misschien ben ik zelfs in staat, ook de heer Brooimans in die zin tegemoet te komen. Namens het college wil ik de raad toezeggen dat wij als gemeente het initiatief zullen nemen om na verloop van enige tijd, wanneer wij met el kaar ervaringen hebben kunnen opdoen met betrek king tot de donderdag en de vrijdag, in overleg met de met name genoemde overlegpartners het be sluit zoals het vandaag genomen wordt te herijken, om na te gaan of het een juist besluit is geweest. De resultaten daarvan moeten naar mijn mening in de commissie Economische Zaken besproken kunnen worden. Mocht dan blijken dat er aanleiding is om de in het onderhavig preadvies aangegeven keuze te wijzigen, dan zal dit middels een preadvies aan uw raad worden voorgelegd. Namens het college wil ik de hoop en het vertrouwen uitspreken dat de indie ners van de motie op grond van deze toezegging hun motie zullen intrekken. Het gaat ons namelijk veel te ver, de thans voorliggende regeling als een ex periment te gaan kwalificeren. Dit was wat mij betreft het antwoord in eer ste instantie. De heer BROOIMANS: Ik wil bij interruptie nog even iets vragen. De wethouder heeft het gehad over een initiatief van de zijde van het college. Ik zou graag willen weten hoeveel tijd daarmee ge moeid zal zijn, dat wil zeggen wanneer het moment is aangebroken waarop men het de moeite waard acht de zaak te bekijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1284