1285
19 SEPTEMBER 1978
Wethouder SANDBERG: Wij hebben ons wat dat
betreft in grote mate verlaten op het in de motie
gestelde. Ergens in de buurt van september 1979
zou een en ander uw raad moeten bereiken.
De VOORZITTER: Hiermee is de eerste termijn
afgesloten. Men kan nu in tweede termijn zijn
oordeel over het voorstel geven.
De heer GARRITSEN: De argumenten van de wet
houder hebben mij niet zo erg overtuigd, maar dat
zal niet vreemd zijn. Volgens de wethouder is het
een onbewezen stelling dat de invoering van een
verplichte koopavond door een groot deel van het
winkelpersoneel en van de winkeliers wordt afge
wezen. Onze informatie is gebaseerd op enquêtes
van de KWJ, waarnaar ook al door de heer Dreef is
verwezen. Men kan zeggen dat de resultaten daar
van niet wetenschappelijk of niet bewezen zijn,
maar ik zou daarvan graag iets meer willen weten.
Dit zijn de enige gegevens waarover wij op dit
moment beschikken.
Het tweede punt is het frequent schenden van
de rechten van het winkelpersoneel. De reeds ge
noemde KWJ trekt regelmatig aan de bel bij werk
gevers die de Arbeidswet of de Winkelsluitingswet
overtreden, want daarover komen veel klachten. Als
men eens met de KWJ in contact zou treden zou men
naar mijn mening alleen maar tot de conclusie kun
nen komen dat de rechten van het winkelpersoneel
inderdaad frequent worden geschonden. De wethouder
heeft gesproken over een onderzoek van jaren gele
den, verricht door de Kamer van Koophandel. De KWJ
heeft getracht die gegevens boven water te krijgen,
maar dat is gewoon niet gelukt. De gegevens die
wél te controleren zijn en die bij de KWJ,..
De heer VEELENTURF: Ik zou een kleine inter
ruptie willen plaatsen. Als de heer Garritsen de
stukken eens leest, kan hij constateren dat de
Kamer van Koophandel nog recentelijk, onder aan
voering van de commissie M.G.B.een enquête heeft
gehouden. Die enquête is nog niet zo erg oud.