12 JANUARI 1978
11
De commissies uit de raad van de gemeente
Breda in wier handen werden gesteld de geloofs
brief en de verdere bij de Kieswet gevorderde
stukken, ingezonden door de heer Van Veggel, die
op 21 december van het vorig jaar benoemd is tot
lid van de gemeenteraad van Breda, rapporteert de
raad dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onder
zocht en in orde bevonden. Gebleken is dat de be
noemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen
voldoet. De commissie adviseert derhalve zijn toe
lating als lid van de gemeenteraad van Breda.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming wordt hierna overeenkomstig het ad
vies van de commissie besloten.
De VOORZITTER: De beëdiging zal eerst in fe
bruari kunnen plaatsvinden. Bij die gelegenheid
zullen naar ik verwacht ook commissies kunnen wor
den aangevuld.
5. bijlage nr. 5.
VOORSTEL BIJ HET PREADVIES VAN BURGEMEESTER
EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT HET RAPPORT
VAN HET PROVINCIAAL OPBOUWORGAAN "ONTWIKKE
LINGSBELEID IN BREDA"(werd reeds toegezon
den) (R)
De heer HENDRIKSEN: "Daar is het dan.1" hebben
we in onze fracties gezegd. In onze vergadering
over dit preadvies hebben we een vergelijking ge
maakt met het structuurplan voor de binnenstad,
een vergelijking die in onze ogen wel degelijk op
gaat, omdat ook zo'n structuurplan een veelomvat
tend stuk is waarmee een samenhang wordt getracht
aan te brengen tussen allerlei delen van de stad
die misschien op het eerste gezicht niet zo gemak
kelijk met elkaar in samenhang te brengen zijn.
Toch zijn er tussen een structuurplan voor de bin
nenstad en het ontwikkelingsbeleid wel verschillen.
Bij mij roept het structuurplan voor de binnenstad
het beeld op van een jongetje dat in plaats van
zes jaar vijf jaar over de lagere school wil doen,