1289 19 SEPTEMBER 1978 heeft. In verband met het laatste denk ik met na me aan de winkelsluitingstijden. Hoe dan ook, het gaat meer om de mentaliteit die aan een en ander ten grondslag ligt. Het punt van de extra koopavonden heb ik ex pliciet genoemd omdat wij die extra koopavonden graag beperkt zouden zien. Ik wil niet aangeven hoeveel extra koopavonden er zouden moeten zijn, maar ik wil wel duidelijk stellen dat het er zo min mogelijk moeten zijn. Gezien dit alles houd ik mijn motie staande. Deze motie is medeondertekend door de Partij van de Arbeid. Ik hoop dat men van die zijde een dui delijke keuze zal maken, dat men opkomt voor de belangen van het winkelpersoneel en dat men de be langen van de grootwinkelbedrijven dan maar laat zitten. De heer VEELENTURF: Ik heb in eerste instan tie aan de wethouder gevraagd wat er zou gebeuren als de raad tegen dit voorstel zou stemmen. De wethouder heeft geantwoord dat het college er in dat geval in zou voorzien. Ik kan mij voorstellen dat men daarom gewoon maar even stemt en de resul taten afwacht, ervan uitgaand dat het college dan wel maatregelen zal gaan treffen conform het voor stel. Er is in eerste instantie echter nogal wat gezegd en er liggen twee moties die toch wel om enige reactie vragen. Alle kritiek die op dit voorstel geleverd wordt houdt voornamelijk verband met de Arbeids wet en de Arbeidsinspectie. Dat blijft naar onze mening een zaak van de vakbonden en van de Ar beidsinspectie, niet van deze raad. De wethouder is reeds uitvoerig op deze kwestie ingegaan. De heer Garritsen geeft nogal af op de menta liteit van de ondernemers en hij heeft zelfs ge sproken van "het frequent schenden van de rechten van het winkelpersoneel". Ik ben persoonlijk van mening dat dit toch wel een erg eenzijdig geluid is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1289