19 SEPTEMBER 1978
1296
gedeelte van de raad met een motie of een amende
ment instemt. Ik zou willen voorstellen, het wat
dit onderwerp betreft voorlopig hierbij te laten
en nu gewoon door te gaan met de behandeling van
het eigenlijke voorstel.
De heer VAN BANNING: Ik wil bij interruptie
opmerken dat er geen motie-Garritsen bestaat. Ik
heb namelijk een exemplaar dat niet door de heer
Garritsen is ondertekend.
De VOORZITTER: Zo'n exemplaar heb ik wél, dus
maakt u zich verder geen zorgen.
De heer BROOIMANSIk ben in eerste termijn
heel kort geweest. Ik heb toen wel verteld dat ik
de moeite had genomen even in de geschiedenis te
duiken. Het was mijn bedoeling, duidelijk te il
lustreren dat de situatie van nu heel anders is
dan die van het verleden. Hetzelfde is ook door de
wethouder naar voren gebracht. In het verleden was
het aan de gemeenteraad van een stad voorbehouden,
te besluiten tot instelling van een koopavond. Ik
herinner in dit verband aan de felle debatten die
gevoerd zijn tussen voor- en tegenstanders. Meer
malen hebben de tegenstanders van een koopavond
het "met de hakken over de sloot" gehaald. In 1969
kwam het college met een voorstel om geen koopavond
in te stellen, U zult zich herinneren dat de heer
Woestenberg zich wat dat betreft geweldig vergiste
en op het verkeerde spoor was. In 1969 is eveneens
de invoering van een koopavond in Princenhage aan
de orde geweest. Met een grote meerderheid van 19
tegen 5 stemmen is toen - zij het ook weer na dis
cussies «- in het voordeel van Princenhage besloten.
Nogmaals, de situatie van dit moment is an
ders, Er is een wet tot stand gekomen die op 1 no
vember a,s, in werking treedt. Wij kunnen ons nu
niet meer bezighouden met de vraag of wij al dan
niet een koopavond willen, want er moet een koop
avond komen. De gemeenteraad heeft alleen maar vast
te stellen op welke dag die koopavond moet worden