1297 19 SEPTEMBER 1978 gehouden. Ik mijn betoog heb ik Princenhage even in competitie gebracht met andere wijken. De wethou der heeft in zijn antwoord gesteld dat Princenha ge om een bepaalde avond heeft verzocht. Ik vraag mij echter af wat er zou zijn gebeurd als ik "de boer op was gegaan" - hetgeen ik overigens niet heb gedaan - en hier was gekomen met het verzoek van één winkelier van het Brabantpark. Ik zou de gezichten van de leden van het college dan wel eens hebben willen zien. Zou er dan eveneens voor het Brabantpark een uitzondering zijn gemaakt? Ik weet dat het een beetje napraten is, maar ik heb nog steeds moeite met het instellen van een aparte koopavond voor Princenhage. Ik heb mijn oor te luisteren gelegd en ik moet zeggen dat de winke liers het niet zien zitten, met de koopavond in Breda-city in het vooruitzicht. De vakbeweging - met name de dienstenbond NKV - heeft zich op het standpunt gesteld dat er één koopavond voor de ge hele stad zou moeten komen, op donderdag. Andere steden die een koopavond op vrijdag kenden - zo als Rotterdam en Apeldoorn - hebben die .koopavond inmiddels verplaatst naar de donderdag. Ik weet zeker dat dit met succes gebeurd is. Ik meen te mogen zeggen dat een keuze voor de donderdagavond een gerechtvaardigde keuze is. Ik vind het jammer dat het college net niet dat beetje moed heeft ge had dat nodig was om voor Breda te komen tot de vaststelling van een algemene koopavond op don derdag. Wethouder SANDBERG: Ik behoef in tweede ter mijn nog slechts enkele korte opmerkingen te ma ken, want er valt niet veel meer toe te voegen aan de gevoerde discussie. Allereerst wil ik op merken dat de heer Garritsen en ik elkaar geen verkeerde woorden in de mond moeten leggen. Vroe ger was het zo dat de raad een besluit tot afwij ken moest nemen en een dergelijk besluit moest al tijd gebaseerd zijn op uitvoerige enquêtes en op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1297