1318 12 OKTOBER 1978 wethouders te stellen. Er bestaat op dit moment geen overeenstemming in het college over de tekst van de brief. Wij hebben gisteren in het college gezegd dat wij vanavond het initiatief van de PvdA-fractie zouden ondersteunen en daarom zullen Rein Welschen en ik het ordevoorstel steunen. Mocht het ordevoorstel worden afgewezen, dan zul len wij blijven meewerken aan het formuleren van een brief waarin wij ons mede kunnen herkennen. De VOORZITTER: De termijn is nog niet hele maal afgelopen, waarvan akte. De heer KOERTSHUIS: Na de woorden van de wet houder ben ik benieuwd of de raad van de concept brief in kennis zal worden gesteld, want het wordt nu toch wel erg interessant. De heer GARRITSEN: Wat bedoelt de heer Koerts- huis daar precies mee? De VOORZITTER: Ik meen de volgende samenvat ting te mogen geven. Mevrouw Paulussen heeft haar opvatting en die van de heer Welschen weergegeven. Het college is werkzaam aan een brief, maar het jongste concept daarvan is nog niet in een colle gevergadering aan de orde geweest. Het is te doen gebruikelijk dat het antwoord van burgemeester en wethouders ter kennis van de gemeenteraad wordt gebracht en ik geloof dat dat volkomen juist is. De heer KOERTSHUIS: Dat heb ik ook bedoeld. Vervolgens wordt het ordevoorstel van de heer Oomen in stemming gebracht en met 21 tegen 13 stemmen verworpen. TEGEN stemmen: de heren Van Duijl, Sandberg, Schuring, Van den Wijngaard, Van Dongen, Van Ban ning, Brooimans, Ten Wolde, Koertshuis, mevr. Den Ouden, de heren Van Asseldonk, Eissens, Kammeraat, SuurmeijerBroeders, Neeb, Taks, Goos, De Raaff, Van Dun en mevr. Van Rooij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1318