122
12 JANUARI 1978
vrijkomende gelden zal worden gegeven. Zoals ik
in de commissievergadering al heb gezegd, zou het
in mijn pgen onjuist zijn daarover op dit ogenblik
harde toezeggingen te doen. In ieder geval denk ik
niet aan een bestemming in de sfeer van de reali
sering van kleinschalige ruimtebiedende gelegenhe
den. Ik meen dat dezelfde vraag in een amendement
op de begroting voor 1978 is vervat, welk amende
ment gemotiveerd is afgewezen. Ik kan daar aan
toevoegen dat de behandeling van de nota ruimte
biedende gelegenheden indertijd is uitgesteld in
het kader van de herstructurering van het opbouw
werk in bijzondere situaties. De herstructurerings
besprekingen zijn in volle gang en het doel van de
herstructurering is te komen tot een algemene
voorziening sociaal-cultureel werk. Binnen die al
gemene voorziening zijn er enige werksoorten:
jeugd- en jongerenwerk, amateuristische kunstbe
oefening, actiewerk, voorlichtingswerk, peuterwerk
en speeltuinwerk. In een dergelijke algemene voor
ziening sociaal-cultureel werk kan het club- en
buurthuiswerk, waar de heer Welschen het in de
commissie over had, een belangrijke rol spelen.
Dit betekent dan wèl dat de functie en de beteke
nis van de accommodatie daarin dienen te passen.
Daaromtrent zijn tot op dit ogenblik nog geen be
leidsbeslissingen genomen en het ligt dan ook niet
in de lijn thans enige concrete toezeggingen te
doen over de wijze waarop wij met deze vrijkomende
gelden verder gaan marcheren.
Bovendien voeren wij hier in Breda zoals men
weet een beleid, inhoudende dat er centrale accom
modaties worden gevestigd waarin we zo veel moge
lijk van deze werksoorten opvangen. Men ziet dat
in de voorziening in Tuinzigt, die de afgelopen
maanden gereed is gekomen en in het gemeenschaps
huis Wisselaar, dat naar ik meen in 1975 of 1976
is geopend. Uiteraard zijn koerswijzigingen op een
gegeven ogenblik mogelijk, maar we voeren in dit
opzicht een beleid en daar passen tot op heden de
kleinschalige ruimtebiedende gelegenheden niet in.