12 OKTOBER 1978 1329 en uitwerking van het structuurplan voor de binnenstad, aan te geven op welke wijze aan de inspraak gestalte is gegeven en wat de re sultaten ervan zijn geweest." Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie- Hendriksen mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer VAN ASSELDONK: Het is een vaststaand gegeven dat gemeentebesturen meestal bij de (her) inrichting van binnensteden het paard achter de wagen spannen. Zij doen dat dikwijls noodgedwongen, ook vanwege de financiën. Ook in de gemeente Breda is men eerst gaan werken aan het voetgangersdomein en een goede winkelomgeving, maar heeft men vanwe ge het gebrek aan financiën.de parkeergarages ach teraan de lijst moeten zetten. Het is natuurlijk triest dat er vogels dood gaan, maar persoonlijk vinden wij het zeker zo erg wanneer door een ge meentelijk beleid, dat probeert de binnenstad naar voren te stuwen, neringdoenden "om het leven zou den komen". Wij juichen het daarom toch wel toe dat een braakliggend stuk grond nu in gebruik wordt gegeven aan het particulier initiatief, met een onderliggend contract dat de bevoegdheid om een en ander te regelen bij de gemeente legt. Het contract is snel op te zeggen, er kan niet mee gespeculeerd worden en er wordt in zekere zin mee aan een behoef te voldaan. Wij hebben in de begroting kunnen zien wat dergelijke braak liggende stukjes grond de ge meente kosten. Daarvoor is een post van 60.000,tot 70.000,opgevoerd zodat de stukjes grond kunnen worden onderhouden, hetgeen ook nog niet altijd lukt. Bovendien wordt de grond vaak als illegale parkeerplaats gebruikt en daar door wordt het parkeerbeleid van de gemeente Breda doorkruist. Om deze redenen kunnen wij ons volledig met het onderhavige voorstel verenigen. De heer VAN DUIJL: De betogen van de vorige sprekers wekken de indruk alsof wij hier bezig zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1329