12 OKTOBER 1978 1337 Wat het voorstel zelf betreft kan ik de argu menten van de heer Garritsen onderschrijven. Ik heb al gezegd dat binnen mijn fractie genuanceerd over de kwestie wordt gedacht en dat de positieve kanten van het voorstel bij de uiteindelijke stem ming voor een aantal leden wel degelijk een rol zullen spelen. Dat neemt niet weg dat ik het bij zonder onprettig vind te moeten constateren dat dit voorstel van de kant van V.V.D. en C.D.A. alleen vanuit zakelijke en financiële overwegingen wordt benaderd. Al is het dan een voorstel voor een tij delijke invulling, toch meen ik dat wij die weg niet moeten inslaan. De heer VAN DUIJL: Ik heb vanavond al verschil lende malen betoogd dat wij hier niet bezig zijn met de definitieve invulling. Het gaat om het tij delijk in gebruik geven van grond en niet om de in vulling van de binnenstad. De heer HENDRIKSENOver het tijdelijk karak ter zijn wij het allemaal volstrekt eens en ik ben daar persoonlijk in ieder geval erg blij mee. Dat is dus niet aan de orde. In de tweede plaats de motie die gericht is op de verdere invulling van de binnenstad. Binnen de formulering is een poging gedaan om ook zaken, die niet in eerste instantie te maken hebben met het structuurplan doch er in ieder geval wel een relatie mee hebben, in discussie te laten komen zo dat de raad inzicht blijft houden in hetgeen rond de inspraak gebeurt. Wij hebben 86 besluiten geno men, maar wij weten allemaal dat daarnaast nog een heleboel zaken rond de binnenstad een rol spelen die via aparte besluitvorming naar onze raad toe komen. Mijn fractie gaat akkoord met de toezegging van de wethouder dat belangrijke aangelegenheden in het college zullen worden besproken, waarbij ook zal worden bezien in welke vorm kan worden aangege ven of er al dan niet inspraak heeft plaatsgevon den. Ik denk dat er binnen het college nog wel even

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1337