1338 12 OKTOBER 1978 zal worden gestoeid over de vraag, wat nu precies die belangrijke zaken zijn, omdat wij vanavond al duidelijk hebben gemerkt dat dit op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Wat wij een belangrijk uitvloeisel van het structuurplan vin den, wordt door andere fracties toch met andere ogen bekeken. Ik denk echter dat wij er met elkaar wel uit kunnen komen en in die zin vind ik het jam mer dat de P.S.P. niet zo in de kracht van de mo tie gelooft omdat zij geen vertrouwen heeft in het college. Ik meen mij te herinneren dat zij tegen over één wethouder in ieder geval geen tegenkandi daat heeft gesteld. Ik vind het jammer dat de V.V.D. de motie overbodig acht, want daarin is al aangegeven dat er een duidelijke relatie bestaat met het program akkoord De heer GARRITSEN: Mag ik er even op wijzen dat het college helaas uit 6 personen bestaat? De heer TEN WOLDE: Er bestaat enig misver stand ten aanzien van de motie. Zij is voor ons ook in de gewijzigde vorm overbodig en wij zullen haar dus niet ondersteunen. Ik zou graag van de wethouder vernemen wat zijn motivering is om deze motie over te nemen en wat precies het verschil qua inhoud tussen de oorspronkelijke en de gewij zigde motie is. De VOORZITTER: De woorden "op de binnenstad en" zijn vervallen en in die formulering wordt de motie door het college overgenomen. Wethouder VAN DUN: Hoe hark je de ellende bij elkaar? Er ligt een motie van de P.v.d.A. waar ik het tot mijn ontsteltenis helemaal mee eens ben. De V.V.D. ontvalt ons en mevrouw Saelman interpre teert mijn toezegging verkeerd. In de eerste plaats de vergissing die mevrouw Saelman maakt. Ik heb het niet gehad over inspraak die te laat is gekomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1338