12 OKTOBER 1978 1339 maar over informatie die te laat is gekomen en dat geef ik gewoon toe. Voor alle duidelijkheid wil ik er nog even op wijzen dat ik ook niet van mening ben dat dit voorstel aan inspraak onderhevig zou moeten zijn. Het is natuurlijk bijzonder charmant dat de heer Garritsen zegt dat de wethouder altijd om de zaken heen draait; dat moet hij de komende vier jaar dan maar blijven zeggen, dan hebben wij zo nu en dan toch weer eens een avondvullend programma. Ik heb geen behoefte daar verder op te reageren. Ik heb er echter wel moeite mee dat hij de in druk wekt alsof het de bewoners zijn die ons zo nu en dan verleiden om een beetje de stad te besturen. Dat is echt niet waar, maar ik heb niet de illusie dat ik de heer Garritsen daarvan in de komende ja ren zal kunnen overtuigen. Wanneer het college met een respectabele groep gemeente-ambtenaren weke lijks bezig is om richting te geven aan het gehele binnenstadsgebeurenis het nemen van voorberei- dingsbesluiten voor bepaalde gedeelten van de bin nenstad dus niet iets dat door bewoners wordt uit gevonden. Wij voeren nadrukkelijk een bepaalde stra tegie en de volgorde van voor de binnenstad te ne men voorbereidingsbesluiten is nadrukkelijk door gesproken. Als een bewonerscomité aan de bel hangt om iets te doen in bestuurlijk opzicht, mag dus niet worden gesuggereerd dat de gesignaleerde pro blematiek voor ons totaal nieuw is. Als wij de be doelingen van de 86 raadsbesluiten willen waarma ken, zullen wij het juridisch instrumentarium moe ten gebruiken en dat staat gewoon op de rol. De heer GARRITSENKunnen wij die informatie over de planning van de voorbereidingsbesluiten ook krijgen? Wethouder VAN DUN: Het college, in alle op zichten open zijnde is niet te beroerd om u alle informatie te verstrekken die u redelijkerwijs kunt verwerken. "Het ligt in ons voornemen op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1339