12 OKTOBER 1978 1351 een geheel andere veronderstelling, gezien het voor afgaande. De analysering van de feiten geeft het volgende beeld. Op 26 september jl. adviseerden wij unaniem vóór dit voorstel in de commissie voor milieu en bedrijven. Op 13 september jl. heeft het college zich na behandeling van het voorstel una niem vóór verklaard, óf ik lees het preadvies ver keerd. Voor mij is dit volkomen begrijpelijk. De notulen van de jongste openbare discussie over het milieubeheer d.d. 13 april jl. besloegen 42 blad zijden, waarvan de toenmalige lijsttrekker van de P.v.d.A. er 26 heeft volgesproken. Ik citeer daar gaarne uit: "Bij een milieubeleid, gericht op een echte bewustwording van en informatie aan de bevol king, zou zo'n extra voorlichting vanuit de plaat selijke overheid moeten geschieden". Wat gebeurt er echter? Zijn eigen fractiegenoten vegen wat hem op het lijf geschreven stond van zijn buik af! Ik kan het niet begrijpen. Wethouder WELSCHEN: Sterker nog, hij distan tieert zich er zélf ook van omdat deze vorm van voorlichting in dat geval niet bedoeld was. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Dan distantieert u zich daar maar van. De tijden kunnen veranderen. Wij hebben een nieuw college dat nog is uitgebreid, met een nieuwe taakafbakening en zelfs een coördi nator voor het milieubeleid. Als initiatiefnemer zien wij de lijsttrekker van de P.v.d.A., de man van "naar een gezond Bredaas milieu", in het tegen woordige college. Het kón gewoon niet meer verkeerd gaan, ook niet met het onderhavige voorstel! Ik citeer nogmaals uit zijn betoog van 13 april jl., op bladzijde 594 van de notulen: "Toen ik vanmor gen vrij vroeg naar mijn werk ging stond de zon al aan de hemel en het zag er allemaal geweldig fraai uit". Waarom dan problemen met het milieu in Breda? Wij hebben vandaag ook mooi weer gehad, maar bij het vallen van de bladeren kan er van alles gebeu ren, getuige de reactie van de P.v.d.A. op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1351