1352
12 OKTOBER 1978
voorstel. Onze C.D.A.-fractie was en is voor dit
voorstel, want het blijft verstandig dat wij de
Bredanaars via gerichte voorlichting wijzen op hun
tekortkomingen die het milieu kunnen verstoren.
De heer GARRITSEN: Dit voorstel van het
naar ik heb begrepen niet voltallige college
bevat een aantal punten die voor ons niet zo duide
lijk zijn. Wij hebben begrepen dat verschillende
afdelingen van het gemeentelijk apparaat plus een
milieu-ambtenaar de voorbereiding van deze serie
artikelen verzorgen. Het bijgevoegde voorbeeld
moet een indruk geven van hoe het er ongeveer uit
gaat zien. Nu weet ik wel dat een voorbeeld niet
alleszeggend is, maar het geeft toch wel een beet
je aan op welke wijze het college deze kwestie wil
gaan aanpakken. Het gaat weer in de geest van "geen
hondepoep op straat", "geen papier op straat", "de
thermostaat een beetje lager" en "de gordijnen moe
ten 's avonds dicht". Op die manier wil men het
milieu- en energieprobleem aanpakken. Volgens ons
ligt de grote verspilling echter niet op die ter
reinen. Het gaat erom dat de produktie zó wordt
georganiseerd dat daarbij een enorme verspilling
optreedt. Niet de behoefte staat centraal maar het
winst geven van de bedrijven. De duurzaamheid van
artikelen komt er veelal bekaaid af, terwijl juist
daar de grootste vervuiling en verspilling optre
den. Vermoedelijk zullen wij artikelen als die
waar ik nu op doel niet aantreffen en het lijkt
mij zinnig dat, juist als het om milieubeheer gaat,
de werkelijk belangrijke zaken eens worden aange
pakt. Ik stel dan ook voor dat de inhoud van de
artikelen niet door het ambtelijk apparaat wordt
bepaald, maar door de groeperingen die zich bezig
houden met de milieuproblematiek en die de zaken
in een wat ruimer perspectief zien. Ik denk dan
aan het Bredaas Energiecomité, de Brabantse Milieu
federatie en het Centrum voor Energiebesparing. Als
dat soort groeperingen en er zijn er nog vele
te noemen de inhoud van de serie artikelen zou