1354 12 OKTOBER 1978 effectiviteit van de voorgestelde methode. Effecti viteit is altijd moeilijk te meten. Wel is voorzien dat tijdens de rit evaluatie zal plaatsvinden van de mate waarin de artikelen aanslaan. De weten schap schijnt nog niet te kunnen nagaan in hoever re het gedrag van de burger naar aanleiding daar van is veranderd. Wij hebben nadrukkelijk voor de ze vorm gekozen. Er is overwogen of niet beter een publikatie in Indruk zou kunnen worden geplaatst of een folder zou kunnen worden verstrekt. Degenen, die meer verstand hebben van gedragsbeïnvloeding en voorlichting dan ik, hebben ons dat afgeraden. Zij adviseren het regelmatige, steeds terugkerende "frappez toujours" te laten prevaleren en dat is de reden waarom wij voor deze vorm 20 keer om de 14 dagen een artikel, gewijd aan de bevordering van milieubesef hebben gekozen. Het is niet "ad hoccerig", want het beslaat een heel school jaar en wij zijn van opvatting dat deze handelwijze het meeste effect zal sorteren. De andere sprekers hebben zich met het voorstel akkoord verklaard, dus wat dat betreft valt er weinig te verdedigen. De heer DREEF: Wij hebben nu gemerkt wat de consequenties van elkaar informeren zijn. Wij heb ben een aantal fracties van tevoren over onze zienswijze geïnformeerd en aan de wens van de voor zitter, dat wij ook nog eens zouden moeten kunnen lachen, is nu ook voldaan. Wij blijven van mening dat de zaak wat "ad hoccerig" is opgesteld. Op bladzijde 10, punt 6-b van het regeerakkoord wordt duidelijk gesproken van een integraal concreet be leid dat met betrekking tot milieubeheer dient te worden geformuleerd. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Het gaat hier niet om het verkiezingsprogramma van het C.D.A.maar om dat van de P.v.d.A. De eerste regel van het Milieu-Algemeen luidt: De bevolking dient hier^ bij optimaal te worden betrokken" en daar zijn wij druk mee bezig, P.v.d.A.-fractie!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1354