12 OKTOBER 1978
1363
deelplan is en dat het totale uitbreidingsplan voor
de Haagse Beemden tenminste de toegezegde 30 of
meer woningwetwoningen zal opleveren. Wij vertrou
wen erop dat uw college de toezeggingen, door de
wethouder in de raadscommissie gedaan, zal nakomen.
Als wij dat vertrouwen niet hadden, zouden wij ook
negatief geadviseerd hebben. Wanneer denkt u ons
dit plan voor te leggen? Wij verzoeken u dit zo
spoedig mogelijk te doen en met "spoedig" bedoel
ik liefst de volgende maand al. Wat het onderhavi
ge plan betreft, er zal een aantal premie-huurwo
ningen worden gebouwd. Uit verschillende publika-
ties meen ik te mogen opmaken dat de behoefte aan
premie-huurwoningen niet meer zo erg groot is. Zou
het niet mogelijk zijn om in plaats hiervan woning
wetwoningen te bouwen? Ondanks de genoemde bezwa
ren gaan wij met dit plan akkoord. Zouden ook wij
dit afkeurendan zou de woningbouw in onze stad
ernstig stagneren en daarmee is geen enkele Bredase
burger gediend. Dit durven wij niet voor onze ver
antwoording te nemen.
De heer VAN DER STEENOVEN: Ik hoop dat ik mijn
verhaal nu wel af mag maken. Nu wij toch moeten
oordelen over het onderhavige bestemmingsplan, wil
ik eerst iets zeggen over de manier waarop bestem
mingsplannen door de raad worden behandeld. Voor
stellen tot wijziging, zoals die door raadsleden
zowel in de commissievergadering als hier in de
raad zijn gedaan, zijn afgewezen, onder andere om
dat wijziging van het bestemmingsplan zou leiden
tot vertraging in de bouw. Ik heb de indruk dat
dit argument voor de wethouder het zwaarstwegend
is. Op deze wijze kan echter elke constructieve
inbreng van raadsleden worden afgewezen. Ik vind
dat niet juist. Wellicht kan de wethouder toezeg
gen dat de commissie ruimtelijke ordening net als
de St.A.R. het in ontwikkeling zijnde bestemmings
plan reeds in een eerder stadium ter toetsing
krijgt voorgelegd, zodat met onze inbreng nog wél
iets kan worden gedaan.