1368
12 OKTOBER 1978
Ik weet niet of er inmiddels andere gegevens zijn,
maar uit de gegevens die ik heb blijkt duidelijk
dat de doorstroming totaal niet van de grond komt.
Ik vind het dan ook onacceptabel dat men nu met een
plan als het onderhavige bij de raad komt. Ik blijf
erbij dat dit een a-sociaal plan is, gezien de be
hoefte die in Breda leeft. Het gaat dan niet zozeer
om de stedebouwkundige invulling van het plan,
maar met name om het percentage woningwetwoningen
dat hierin is verwerkt. Dat er in de komende plan
nen een hoger percentage zit is wel aardig, maar
uit de cijfers blijkt overduidelijk dat de woning
wetsector in de laatste jaren enorm is achtergeble
ven. Als men dan met dit plan voor de Haagse Beem
den komt is men duidelijk op de verkeerde weg. Op
basis van de beschikbare cijfers en gegevens had
op dit moment een ander plan moeten worden inge
diend, vandaar dat ik het college nogmaals drin
gend verzoek dit plan terug te nemen en met een
ander plan bij de raad te komen.
De heer DE BROUWER: Bij eerste lezing van het
onderhavige voorstel valt een tweetal zaken direct
op. Allereerst zijn twee leden van het college te
gen dit voorstel. Het programakkoord, gesloten tus
sen C.D.A., P.v.d.A. en V.V.D.vermeldt op pagina
1 een interessante uitspraak: "Voor belangrijke ge
vallen waarin geen gezamenlijk standpunt kan wor
den verkregen als gevolg van verschillen in uit
gangspunten en visie, zal het minderheidsstandpunt
gemotiveerd in de toelichting van een raadsvoorstel
worden opgenomen". Nu, ik heb gezocht maar geen
toelichting gevonden en die vraag ik dus alsnog
aan het college. In de tweede plaats vermeldt het
voorstel dat de commissie ruimtelijke ordening in
meerderheid niet akkoord is gegaan met dit voorstel.
Tot mijn verbazing is thans "in meerderheid" daar
aan toegevoegd. Wanneer bij andere voorstellen een
commissie positief adviseert, onbreken dergelijke
bijwoordelijke bepalingen. Is dit een nieuwe ge
dragslijn en heeft het college daar een verklaring