12 OKTOBER 1978
1373
hoofdpunten van beleid, over de verschillen van me
ning tussen bepaalde fracties, tussen de fracties
en het college alsmede binnen het college zelf.
Allereerst zal ik in het kort het minderheids
standpunt van twee van mijn collega's uit het col
lege van burgemeester en wethouders verwoorden.
Dit standpunt staat in verhouding tot de opvattin
gen van een bepaalde politieke fractie in de raad.
Twee leden van het college kunnen zich niet in het
onderhavige voorstel vinden op grond van drie mo
tieven:
1de gevolgen van de concentratie van het
schoolgebeuren en de implicaties in de wijk;
2de kwestie van het percentage woningwetbouw
in het plan;
3. de situering van de woningwetbouw in dit plan.
Dat zijn de drie redenen waarom twee wethouders
het voorstel anders beoordelen dan de meerderheid
van het college.
Wat betreft de aspecten die door de diverse
sprekers naar voren zijn gebracht, zou ik met het
algemene vraagstuk willen beginnen. De raad heeft
blijkbaar moeite met de vraag, wat wij hier eigen
lijk met ons allen zitten te doen. Kan er nog in
vloed worden uitgeoefend of moet de raad op al het
geen uit de koker van het college en dus van het
ambtelijk apparaat komt ja en amen zeggen? Ik
kan niet ontkennen dat het laatste gedeeltelijk
het geval is. Wij kunnen namelijk niet
opeens zeggen dat wij, nu er een nieuwe raad is,
de klok maar zullen terugdraaien, dat wij eens gaan
kijken hoe het met het structuurplan zit, dat wij
de route van de architectenkeuze opnieuw gaan be
wandelen en dat wij de hele "outfit" van en de ver
deling in de wijken nog eens onder de loupe gaan
nemen. Dit klinkt misschien belachelijk maar het
is gewoon een concrete realiteit. Het verhaal van
de Haagse Beemden is zo'n 17 jaar geleden begonnen,
de raad heeft het structuurplan Haagse Beemden goed
gekeurd en ik kan mij volledig vinden in de opstel
ling van het programakkoord, inhoudend dat de