1378
12 OKTOBER 1978
voor en dat betreur ik toch eigenlijk wel.
Ik vind het té ver gaan om tegen dit college
en deze wethouder te zeggen dat de woningbouwpro-
duktie in Breda in totaliteit is teruggelopen. De
heer Garritsen kan dit wel tegen andere mensen
zeggen en ik wil hem graag helpen door te vertel
len aan wie hij zijn brieven moet adresseren.
Wat het minderheidsstandpunt van twee leden
van het college betreft hebben wij de riante vol
zin gebruikt dat "twee leden van het college om di
verse redenen niet met het voorstel akkoord gaan".
In de toekomst zal aan eventuele afwijkende stand
punten in dit college beslist meer aandacht worden
besteed.
De ontstaansgeschiedenis van de kreet "in
meerderheid wel of niet akkoord" is mij niet be
kend, maar ik zal via de secretaris aan het ambte
lijk apparaat vragen waarom men dat zo heeft gefor
muleerd. Misschien wel om de heer De Brouwer die
opmerking te laten maken.
De heer Ten Wolde heeft een aantal opmerkin
gen gemaakt die wij ook in het verleden met elkaar
hebben besproken. Hij verklaart zich in grote lij
nen akkoord met het onderhavige plan.
Dan resteren de beide ingediende moties. Wij
hebben daar in het college diepgaand over gesproken.
Motie nr. II oftewel de "50 motie" is voor de
meerderheid van het college volslagen onaanvaard
baar. Het zal u duidelijk zijn dat dezelfde twee
wethouders, die zich niet kunnen vinden in het pre
advies, het er niet mee eens zijn dat deze motie
onaanvaardbaar is.
Motie nr. I heeft betrekking op de premie
huurwoningen en ik hoop dat de indiener, de heer
Van der Steenoven, het goed vindt dat ik daar iets
bij vertel. Allereerst een tekstuele wijziging die
voor de indiener waarschijnlijk geen probleem is.
In de laatste alinea, waar staat "besluit het col
lege van B en W te verzoeken om", zouden wij graag
de woorden "indien dit het geval zou zijn" toege
voegd zien. Als inderdaad blijkt dat de markt voor