128 12 JANUARI 1978 ontlasting van de zuidelijke rondweg voldaan. In dat geheel speelt de omleiding-Terheijden een gro te rol. Ik heb het gevoel dat het gemeentebestuur van Terheijden daar wel zicht op heeft, maar op dit ogenblik nog niet wil zeggen hoe dicht bij of hoe ver van de dorpskern deze omleiding zich zal moeten voltrekken. Wat wij voorstellen is dus eigenlijk: a. doortrekking van de Maasroute; b. aanhaking op het rijkswegenstelsel zo zui delijk mogelijk; c. een omleiding-Terheijden, die nu eenmaal voor de afvoer van het verkeer vanuit de Haagse Beemden naar het noorden gewenst is Hierop komt de problematiek neer wanneer we haar op de Bredase situatie enten. Ik praat dan niet over model 1, model 2, model 3 of andere mo dellen en ik praat evenmin over de doelstellingen van het rapport, want dat is een zaak voor het stadsgewest. Als ik de in de raad gemaakte opmerkingen vertaal ik maak me er niet met een Jantje van Leiden van af kom ik tot de volgende conclusie Ik heb begrip voor bepaalde opmerkingen van de kant van de raad. Het is mij vanuit mijn stelling onmogelijk het college te adviseren het amendement van P.v.d.A./P.P.R. geheel over te nemen, om dat daarin punten aan de orde komen die het belang van Breda overstijgen. Ik zou ten aanzien van het concept-besluit de suggestie van de heer Ten Wolde geheel willen volgen, waardoor ik gedeeltelijk te gemoet kom aan punt 1 van het amendement van me vrouw Muntjewerff. Dit zou inhouden dat onder 1 van het concept-besluit voorlopige voorkeur wordt uitgesproken. Ten aanzien van punt 2 van het amen dement van mevrouw Muntjewerff zou ik naar het stadsgewest willen verwijzen; ik ontraad de raad de aanvaarding van dit deel van het amendement. Naar aanleiding van punt 3 van het amendement heb ik er geen moeite mee het college te adviseren punt 2 van het concept-besluit in die zin te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 128