12 OKTOBER 1978 1379 de premie-huurwoningen terugvalt, kunnen wij gaan doen wat de heer Van der Steenoven suggereert. De voorgestelde toevoeging maakt de motie voor ons een stuk duidelijker en ik zie de heer Van der Steen oven al instemmend knikken, zodat ik aanneem dat hij zijn motie aldus zal willen wijzigen. De motie van de heer Van der Steenoven wordt in die zin gewijzigd, dat na "te verzoeken om" de woorden "indien dit het geval zou zijn" worden toe gevoegd. Wethouder VAN DUN: Ik wil voorts drie kantte keningen bij deze motie maken. Als lid van het col lege van burgemeester en wethouders heb ik met staatssecretaris Brokx in mei jl. over dit probleem gesproken. Het initiatief terzake is toen ook van de staatssecretaris uitgegaan en hij heeft ons ge vraagd eens te bezien of de premie-huurwoningen nog een gerede zaak zijn in het geheel van het structuurplan en de komende deelbestemmingsplannen Wij hebben toegezegd dat wij dit zullen doen en wij zijn nog met het desbetreffende onderzoek bezig. Het is op dit moment dus nog wat prematuur het probleem keihard aan de hand van percentages te kwantificeren Het zou kunnen zijn dat wij hard kunnen maken dat de markt wat terugloopt en het lijkt mij daar om toch verstandig dit te bezien. Als dat het geval is, moet men zich natuurlijk afvragen waar dat pak ket naartoe gaat. Ik ben het met de indiener van de motie eens hetgeen ik al in de commissie openbare werken heb laten blijken dat het, waar de premie-huurwoningen afkomstig zijn uit het so ciale woningbouw-pakketwat moeilijk zou zijn om ze daar uit te halen. Dat argument pleit ervoor ze in het pakket te laten en ze door te laten stromen naar de woningwetsectorEdoch, er rijzen dan twee problemen waar ik de raad gewoon even op moet wij zen. In de eerste plaats komen wij in die situatie in conflict met de "30 van Brokx". Als die 30

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1379