12 JANUARI 1978
129
wijzigen dat bij gedeputeerde staten wordt aange
drongen op een studie ten aanzien van een spoedige
realisering van de doortrekking van de Maasroute
en de omleiding om Terheijden, daarin betrokken de
consequenties voor Breda-noord. Ik heb er geen
moeite mee toe te zeggen dat dit in de berichtge
ving aan het provinciaal bestuur zal worden ver
werkt.
De heer GOOS: Mevrouw Muntjewerff heeft er
terecht op gewezen dat van de zijde van P.v.d.A.
en P.P.R. geen motie maar een amendement op komst
was.
De reactie van de wethouder op het amendement
kan mijn fractie volledig ondersteunen. Wij had
den dezelfde opmerkingen willen maken.
De heer TEN WOLDE: Ik ben blij met de toezeg
ging van de wethouder dat het woord "voorlopige"
zal worden toegevoegd. Op die manier verdraagt
mijns inziens het hier te nemen besluit zich beter
met het in de stadsgewestraad genomen besluit, te
meer daar de extra ontlasting van de zuidelijke
rondweg een ondergeschikt argument vormt tegenover
de hoofdstructuur van het wegenplan. Met betrek
king tot de omleiding om Terheijden en de conse
quenties voor Breda-noord was de constatering van
de wethouder juist, zoals ook de heer Goos heeft
gesignaleerd. Punt 2 van het amendement is mijns
inziens in strijd met het besluit dat aan de ge
meenteraad wordt voorgelegd en het strookt boven
dien niet met de prioriteitenkeuzeinhoudende dat
Breda een groot belang bij een zo veel mogelijk
zuidwaarts gelegen aansluiting op rijksweg 16
heeft. Een dergelijke aansluiting komt volgens mo
del 3 niet tot stand. Op grond hiervan kunnen wij
het amendement niet steunen.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik ben een
beetje bedroefd geworden van de woorden in eerste
termijn van de heer Ten Wolde, die ons amendement,
dat hij toen nog niet had gelezen, maar meteen