12 OKTOBER 1978 1393 sporthal heeft een stadsdeel-karakter en biedt meer algemene en ruimere mogelijkheden. In het pro gramakkoord staat echter dat het de bedoeling is enige soberheid te betrachten bij het bouwen van dergelijke voorzieningen en daarom vraag ik mij toch wel af of daar bij dit voorstel, met deze hoge kosten, wel voldoende rekening mee is gehouden. Mevrouw NIEUWSTRATEN-DRIESSENIk wil enkele kanttekeningen bij dit voorstel plaatsen. Onze fractie was niet bepaald gelukkig met de bouw van een zó grootschalig opgezette sportaccommodatie Ieder van u weet dat wij streven naar meer ver spreid over de wijk liggende voorzieningen. Hoewel wij beseffen dat het stadsdeel West zeker recht heeft op een sportvoorziening, moeten wij toch ook duidelijk stellen dat er nog andere wijken zijn die even hoog of zelfs hoger op onze prioriteiten lijst staan. Ik noem in dit kader bijvoorbeeld Breda-Noord waar wel een paar gymnastieklokalen zijn, die echter niet voor het publiek worden open gesteld. Verder moet ons van het hart dat wij deze accommodatie niet sober van opzet vinden. Hoewel wij steeds gepleit hebben voor ontmoetingsruimten, gekoppeld aan een sportaccommodatie, vinden wij het bedrag van ruim 3 miljoen wel wat aan de hoge kant. Voor wat betreft de sobere uitvoering van nieuwbouw-accommodaties volsta ik slechts met een verwijzing naar pagina 12 van ons programak koord. Naast deze negatieve aspecten moet naar ons idee ook gewezen worden op de positieve kanten van deze zaak. Wij zijn erg gelukkig met het feit dat deze sporthal toegankelijk is voor invaliden en dat een geluidsdichte afscheidingswand aangebracht kan worden, zodat vrouwen in de tijd dat de kinde ren op school zijn ook van dit sportcomplex gebruik kunnen maken. In de commissie jeugd en sport heeft onze fractie zich onthouden van stemming op grond van bovengenoemde overwegingen. Wij willen daarom, voordat wij een definitieve beslissing nemen, nog een aantal zaken aan de wethouder voorleggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1393