12 OKTOBER 1978
1395
met de bouw van de sporthal betuigd.
Ik heb zelf eerst enkele punten op een rij
moeten zetten toen ik geconfronteerd werd met de
reeds vergevorderde voorbereiding van deze sport
hal. Ik heb een en ander doorgezet omdat de onder
liggende argumenten heel aanvaardbaar en in over
eenstemming met het programakkoord zijn. In de eer
ste plaats moet men zich afvragen of er in Breda
behoefte is aan een nieuwe, grote sporthal. Ik moet
wijzen op de landelijke normen van 1 sporthal op
20.000 a 25.000 mensen. Ook in Breda blijkt een
grote behoefte te bestaan aan accommodatie voor
grote zaalsporten, onder andere zaalvoetbal, zaal
handbal etc., waarvoor wij extra voorzieningen moe
ten creëren. Gezien de gesignaleerde behoefte en
gezien de landelijke normen zou in Breda zelfs nog
een aantal grotere sporthallen nodig zijn, hetgeen
ook in de "nota nopens sport" te lezen valt.
Een tweede vraag is waar men zo'n voorziening
moet gaan creëren. Wanneer inderdaad 1 sporthal
per 25.000 mensen nodig is, komen praktisch alle
grote wijken in Breda in aanmerking. Gaan wij na
welke andere overdekte sportvoorzieningen in die
wijken aanwezig zijn, dan vallen Breda-West en
Breda-Noord op als wijken met de grootste priori
teit. Breda-Noord heeft op dit moment echter zoveel
meer overdekte accommodatie dan Breda-West, dat de
laatste wijk de werkelijke prioriteit moet krijgen.
Als men dan in Breda-West een sporthal moet
gaan bouwen, waarom legt men die dan in Princenhage
Het is duidelijk dat de laatste jaren een trend is
ontstaan om sportaccommodaties bij scholen indien
mogelijk uit te bouwen tot accommodaties met een
wat algemener en uitvoeriger gebruik. In de oude
situatie zagen wij scholen als bijvoorbeeld de
G.T.S. in Noord met 3 gymnastiekzalen. Dat gaf be
perkte sportmogelijkheden. Gaan wij proberen der
gelijke zaken van de kant van de gemeente nog wat
uit te bouwen, dan is er kans op een grote sport
zaal zoals in Noord bij de Streekschool is gebeurd,
of op een sporthal zoals wij hier in Princenhage