16 NOVEMBER 1978 1434 De heer GARRITSEN: Het gaat erom dat je op het ogenblik dat je grond verkoopt, weinig mogelijkhe den meer hebt. Ik vind dan ook dat in dit stadium al aandacht aan dit aspect moet worden besteed. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten, onder aantekening dat de heer Garrit sen geacht wil worden tegen de onder nummer 2 om schreven verkoop te hebben gestemd. 7. Bijlage nr. 336: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN GELDELIJKE STEUN UIT 'S RIJKS KAS TEN BEHOEVE VAN HET UITVOEREN VAN ONDERHOUDSWERKEN AAN TWEE COM PLEXEN ETAGEWONINGEN IN DE HEUVEL. (D) De heer GARRITSEN: Ik heb begrepen dat er ten aanzien van de opgelegde huurverhogingen een on juistheid in het geding is. Het vermelde bedrag van 11,95 blijkt in de praktijk 16,30 te zijn Ik zou graag een overzicht van het verloop van de huren na 1976 willen hebben, teneinde te kunnen beoordelen of er wellicht in het verleden nog meer fouten zijn gemaakt. Wethouder VAN DUN: Deze vraag hoort naar mijn mening in commissieverband thuis. Ik weet niet waar de besluitvorming van de heer Garritsen van afhankelijk is, maar ik ben altijd bereid hem op het door hem genoemde punt in de commissie na dere informatie te geven. De heer GARRITSEN: Ik heb in de commissie ge zegd dat ik wat dit punt betreft nog onvoldoende inlichtingen had ingewonnen. Naar ik aanneem zal de heer Van Dun kunnen begrijpen dat ik niet voor alle agendapunten vóór de commissievergadering al alle gegevens heb uitgezocht. Het verzoek dat ik teneinde de huurprijsvaststelling te kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1434