1435
16 NOVEMBER 1978
beoordelen zojuist heb gedaan, is afkomstig van
een wijkcomité dat daar graag inzicht in wilde heb
ben. Ik ben mij ervan bewust dat vragen van dit
type, die nogal een detailkarakter dragen, in de
commissie beter op hun plaats zijn, maar het is
mij ten aanzien van dit punt niet gelukt vóór die
tijd gegevens te bemachtigen.
De heer VAN ASSELDONK: Er is een duidelijk
verschil met de discussie in de commissie. Bij die
gelegenheid zei de heer Garritsen dat de bewoners
naar hem was gebleken niet van de op te leggen
huurverhoging op de hoogte waren. Nu komt de heer
Garritsen met een verschil in huur. Dit zou bete
kenen dat er twee fouten in het stuk staan. Ik zou
willen weten of de bewoners nu werkelijk van de op
te leggen huurverhoging op de hoogte zijn; ik heb
begrepen dat dat wel degelijk het geval is. Het
bedrag van 16,30 kan misschien nog eens in de
commissie aan de orde komen. Twee fouten in een
zo belangrijk voorstel zouden natuurlijk storend
zijn: het voorstel zou eigenlijk moeten worden te
ruggenomen en dat is gevaarlijk.
De heer GARRITSEN: Omdat dit aan mij gericht
is, wil ik er graag heel kort op reageren. In het
voorstel staat dat er aan de onderhoudswerken een
huurverhoging verbonden is. Ik heb daarover con
tact opgenomen met het wijkcomité en met bewoners.
In eerste instantie werd mij medegedeeld dat aan
de onderhoudswerken voor de bewoners van deze 116
woningen geen huurverhoging verbonden was. Men
heeft een en ander toen nader bestudeerd en daar
na is mij de bovengenoemde informatie ter ore ge
komen.
Wethouder VAN DUN: Als het college in het
voorstel opneemt dat de bewoners van de huurverho
ging in kennis zijn gesteld, dan is dat, zoals u,
mijnheer de voorzitter, eens zo treffend hebt ge
zegd, de waarheid en niets dan de waarheid. Op de