16 NOVEMBER 1978
1436
tweede plaats is mij niets bekend van een fout in
het voorstel.
De VOORZITTER: Ik zie dat de heer Garritsen
een stemverklaring wenst af te leggen. Ik wijs hem
erop dat het niet de gewoonte is vier keer per on
derwerp het woord te voeren. U moet proberen alles
ineens of in twee keer te zeggen. Bovendien is het
mijns inziens wèl van betekenis dit soort dingen
in de commissies aan de orde te stellen. Wij zijn
hier op gezette tijden bij elkaar om beslissingen
te nemen en daar mag naar mijn mening in deze raad
de nadruk op vallen. Ik begrijp dat de heer Garrit
sen nog een stemverklaring wil afleggen en ik zou
graag willen dat hij zich daartoe beperkt.
De heer GARRITSENSorryik had maar twee
korte vraagjes en ik heb op één daarvan helemaal
geen antwoord gekregen. Het antwoord had wat mij
betreft heel kort kunnen zijn. Het ging mij om het
overzicht van huurverhogingen en ik zou het op
prijs stellen als de wethouder mij dat zou kunnen
toezeggen.
De VOORZITTER: Wil de heer Van Dun daar als
nog iets van zeggen?
Wethouder VAN DUN: De heer Garritsen telt
enigszins verkeerd. Hij heeft drie vragen gesteld,
die alle zijn beantwoord. Op de eerste plaats
het spijt mij als ik wat veel tijd vraag heeft
hij gevraagd of ik bereid ben over de huurverhogin
gen te praten of er inzicht in te geven. Ik heb de
heer Garritsen toegezegd dat staat nu al in de
notulen dat ik bereid ben dat in de commissie
voor openbare werken te doen. De tweede vraag van
de heer Garritsen was of de bewoners zijn geïnfor
meerd; op die vraag heb ik geantwoord. Ook op de
vraag over een fout in het raadsvoorstel ben ik
eveneens ingegaan. Het verdient aanbeveling wat
beter de tel bij te houden.'