16 NOVEMBER 1978
1442
De heer KOERTSHUIS: Aanvankelijk had de V.V.D.-
fractie nogal wat opmerkingen en bezwaren. Naar
aanleiding van de voorgestelde tarieven is door
mij in de commissie voorbehoud gemaakt ten aanzien
van de al door de heer Veelenturf genoemde tarie
ven voor het sportcentrum, die volgens het voor
stel van het college niet worden verhoogd. In onze
fractie is vrij langdurig en uitvoerig over dit
voorstel gesproken en wij hebben zelfs overwogen
amendementen in te dienen. Uiteindelijk hebben wij
besloten onze opmerkingen en bezwaren voorlopig in
te slikken. Het argument daarvoor hangt samen met
iets wat ik al in de commissie heb gezegd en wat
ook eerder door de V.V.D.-fractie in deze raad is
gesignaleerd: het gehele subsidie- en tarievenbe-
leid moet op de helling. In de stukken die ons ten
behoeve van de begrotingsdebatten zijn aangeboden,
hebben we kunnen lezen dat begin 1979 een nota over
het subsidie- en tarievenbeleid aan de raad zal
worden aangeboden. Tot dat ogenblik zouten wij on
ze opmerkingen op, maar wij verzoeken het college
met de nodige klem de nota inderdaad begin 1979
aan de raad te doen toekomen. De nota heeft voor
onze fractie in de sector jeugd en sport de aller
hoogste prioriteit.
Als wij elkaar deze maand tijdens de begro
tingsbehandeling nader spreken, zal mijn fractie
nog de nodige opmerkingen over dit punt maken. Het
is overigens voor de laatste keer dat wij met een
voorstel dat op de traditionele wijze wordt gepre
senteerd, kunnen meegaan.
De heer MARTENS: Normaal gesproken zouden wij
met dit voorstel niet zo veel moeite hebbenmaar
in een tijd waarin van een ieder wordt gevraagd
pas op de plaats te maken hebben wij gemeend het
voorstel kritisch te moeten bekijken. Met nadruk
wil ik stellen dat een tariefverhoging, uitgaande
boven het door het ministerie van economische za
ken toegestane percentage, kritisch dient te wor
den beoordeeld. Juist in een tijd waarin de