16 NOVEMBER 1978
1446
geprobeerd een stimulerend effect te laten
uitgaan van het niet verhogen van tarieven.
Ook dat is in het verleden al eens gebeurd,
bijvoorbeeld bij het bevriezen van de tarieven
van "De Wisselslag".
Dit soort "beleidslijnen" als je dat woord
mag gebruiken ligt ten grondslag aan de jaarlijk
se tariefverhogingen.
Ik wil in dit verband duidelijk op het volgen
de wijzen. Wanneer wij praten over de verhoging
van tarieven voor bijvoorbeeld sportterreinen,
gaat het om verhoging van tarieven die op zich
slechts 10 van de kosten van sportterreinen dek
ken. 90 Van de kosten van de sportterreinen komt
voor rekening van de gemeente en ook dat deel van
de kosten gaat omhoog. De tariefstij ging vangt dus
niet de kostenstijging op, doch slechts een klein
percentage van de kostenstijging. De gebruikers
èn de gemeentelijke overheid proberen zo netjes
mogelijk hun kostenstijging op te vangen via hoge
re tarieven of hogere gemeentelijke bijdragen.
De berekeningsmethodiek met als uitgangspunt
de gemiddelde materiaal- en salariskosten blijkt
wel goed te zijn. Wij hebben nu een jaar of vijf
ervaring met deze methodiek en steeds blijkt dat
het schatten van de gemiddelde materiaal- en sala
riskosten en het daarop baseren van de begroting
voldoende mogelijkheden bieden om de eigen kosten
stijgingen op te vangen. Wij hebben gezien dat in
de afgelopen jaren bijvoorbeeld de bijdragen van
gebruikers aan de veldsporten steeds precies 10
hebben uitgemaakt, terwijl de bijdragen van de ge
bruikers van het sportcentrum praktisch steeds
30 van de kosten zijn blijven vormen. Het is dus
niet zo dat door de tariefverhogingen de gebruikers
een grotere bijdrage gaan leveren; de methodiek
houdt in dat wij de kostenstijgingen exact opvan
gen. Het gaat om aanpassingen aan reële kostenstij
gingen
Hier ligt ook het probleem ten aanzien van
het ministerie van economische zaken. Wanneer het