16 NOVEMBER 1978
1448
naar beneden zou brengen; die mogelijkheid zie ik
op dit ogenblik niet.
Dat naar de mening van de heer De Brouwer de
kostenstijgingen niet boven de 3,5 mogen gaan,
betreur ik, omdat het in feite betekent dat de heer
De Brouwer mogelijkerwijs kiest voor een verminde
ring van het aantal voorzieningen in deze sector.
De opmerking van de heer De Brouwer over de
terugwerkende kracht gaat half op. Het is inderdaad
niet elegant een voorstel ter zake van de tarieven
met terugwerkende kracht geldend te maken. Aan de
andere kant gaat het bezwaar van de heer De Brou
wer, inhoudende dat de verenigingen daardoor in
moeilijkheden zouden geraken, niet op, omdat de
verenigingen er van tevoren van op de hoogte zijn
dat deze methodiek wordt gevolgd. De verenigingen
hebben met deze werkwijze jaren ervaring en er
doen zich geen problemen voor.
De heren Veelenturf en Koertshuis hebben over
de tarieven van het sportcentrum gesproken. In de
nota nopens sport is door mijn voorganger al aange
geven dat de exorbitante tarieven van de zaalspor
ten enigszins in de hand moeten worden gehouden.
Dat geldt heel duidelijk ook voor het sportcentrum.
Ter vergelijking: de tarieven van 23 Brabantse
sporthallen liggen alle onder de 40,per uur,
op twee na: 42,per uur in Geertruidenberg en
46,-- per uur in Breda. Breda staat verreweg
aan de kop en wij willen de tarieven voor de sport
hal in de pas brengen met de andere Brabantse ta
rieven voor sporthallen, teneinde alle gebruikers
de mogelijkheid te geven daar te sporten.
Naar aanleiding van het betoog van de heer
Martens in het kort de volgende opmerkingen. Het
weinig verhogen van de tarieven van de gymnastiek
lokalen voor recreatieve clubs heeft inderdaad het
stimuleren van de recreatiesport ten doel. Dit
zou een beleidslijn kunnen worden, maar daarover
zal in de tarieven- en subsidienota nader uitsluit
sel worden gegeven. De tarieven bij de
zwembaden voor 65+-ers vinden wij zelf ook