1453
16 NOVEMBER 1978
vermindert dit de mogelijkheden voor inspraak aan
zienlijk. Het is mij bekend dat in het structuur
plan voor de binnenstad een dergelijke parkeerga
rage is opgenomen. Toch meen ik dat de bouw van de
garage in nauw overleg met de bewoners moet worden
heroverwogen. Ik heb daarvoor de volgende argumen
ten.
In de eerste plaats bezorgt het steeds toene
mend gebruik van het gebied Achter de Lange Stal
len als parkeerplaats en hetzelfde geldt natuur
lijk na de totstandkoming van een parkeergarage
de bewoners enorm veel overlast. Men heeft daar
over in de krant kunnen lezen en de bewoners heb
ben hun bezwaren ook bij de commissievergadering
duidelijk gemaakt.
In de tweede plaats heb ik vernomen dat de
subsidietoezegging van het ministerie van economi
sche zaken voor de bouw van parkeergarages in Bre
da door staatssecretaris Hazekamp is ingetrokken.
Ook financieel gezien komen er dus problemen.
In de derde plaats is in het gebied Achter
de Lange Stallen feitelijk al een parkeergarage
gerealiseerd, namelijk de ondergrondse parkeerga
rage langs de Houtmarkt die plaats voor 150 auto's
biedt. Gedeeltelijk is er dus al een parkeerfunc-
tie in het gebied.
In de vierde plaats is iedereen het erover
eens dat de woonfunctie in de binnenstad en ook
in het onderhavige gebied zou moeten worden ver
sterkt. Bij de bouw van een parkeergarage wordt
dat moeilijker.
Om mijn verzoek tot heroverweging van de bouw
van een parkeergarage te onderstrepen dien ik hier
over een motie in.
Tot slot nog iets over de mogelijkheden tot
gebruikmaken van artikel 19 van de Wet op de ruim
telijke ordening, die het voorbereidingsbesluit
gaat bieden. Uit mijn voorgaande betoog zal men
hebben begrepen dat ik voor de invulling van dit
gebied volwaardige inspraak nodig vind. Ik verzoek
daarom de wethouder toe te zeggen dat voor het