16 NOVEMBER 1978
1456
zijn gemaakt. Wij plaatsen vraagtekens bij de be
stemmingen die het huidige structuurplan voor dit
gebied vermeldt. Een nadere studie lijkt ons bij
zonder gewenst en een motie in die zin zullen wij
graag ondersteunen.
Een passage in het voorstel van burgemeester
en wethouders heeft betrekking op de toepassing
van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke orde
ning. Het programma-akkoord, gesloten tussen C.D.A.,
P.v.d.A. en V.V.D., bevat op bladzijde 8 de opmer
king dat oneigenlijk gebruik van artikel 19 wordt
tegengegaan. Mijns inziens is dit een uiterst rek
kelijke zin in het akkoord. Graag verzoek ik om
een nadere schriftelijke uitwerking hiervan door
burgemeester en wethouders en vooruitlopend
hierop om een mondelinge toelichting van de be
trokken wethouder. Voorts wil ik het college ver
zoeken om, alvorens voor dit gebied een verklaring
van geen bezwaar ex artikel 19 bij het college van
gedeputeerde staten aan te vragen, daarover eerst
het gevoelen van de commissie voor ruimtelijke or
dening in te winnen.
De heer TEN WOLDE: Door onverwachte omstandig
heden was helaas tijdens de commissievergadering
geen vertegenwoordiger van de V.V.D.-fractie aanwe
zig. Ik wil nu over dit agendapunt enkele opmerkin
gen maken.
Er is een algeheel structuurplan voor de bin
nenstad vastgesteld. Naar ik meen staat in het pro
gramakkoord voor het college waarover ook de heer
De Brouwer heeft gesproken, dat de hoofdstructuren
zoals zij in het structuurplan zijn vastgesteld,
uitgangspunt van het beleid zullen vormen. In het
kader van een voorbereidingsbesluit voor het onder
havige gebied om ongewenste ontwikkelingen tegen
te gaan hebben wij geen enkele moeite met het
voorstel. Door een voorbereidingsbesluit te nemen
kunnen wij de nadere vormgeving van het vastgestel
de structuurplan veilig stellen. Dat is op zich
zelf een goede zaak.